Brief aan A.
- Tamara Stoffers

- Nov 10, 2023
- 9 min read
Updated: Nov 14, 2023
Tijdens een onverwachte en vluchtige ontmoeting tussen twee ex-vriendinnen in een Amsterdams café, beloven zij elkaar als vanouds weer een brief te sturen en uit de doeken te doen hoe zij zich sinds hun laatste rendez-vous door het leven hebben geslagen. Hieronder lees je de brief die Tamara schreef.
Lieve A,
jeetjemineetje, hoe vat je samen wat er in anderhalf jaar gebeurd is? Een ding is zeker, het leven was bij ons beiden INTENS. Maar het is mij een waar genoegen om je weer te zien en post van je te ontvangen. Kazik is mijn favoriete cafeetje in Amsterdam, en eigenlijk het enige waar ik sporadisch te vinden ben. Dit is vanwege de taart, en de bijzondere functie als portaal. Ik kom er altijd mensen tegen die ik op een vage manier ken en die de dag leuker maken. En het was dè plek om de woning aan de Overtoom te ontvluchten. Maar dat komt verderop in het verhaal.
Tsjah, waar zullen we beginnen?
Op dit moment woon op in een studentenkamer in Zwolle, in een straat die te omschrijven valt als Tabakswal 2.0. Vanuit hier vervul ik al mijn ambities; academische vooruitgang, het maken van kunst en het hebben van een kat. Het is hier weer precies zo als je van mij zou verwachten; klein, vol bruine houten meubels en boekenplanken. Kortom, voor nu dikke prima. Maar dat is het happy end van een behoorlijk tumultueus jaar.
Volgens mij was je al op de hoogte van de volledige verbouwing aan de Tabakswal, die Rxxxx, Pxxxxx, Kruimel en mij gedwongen uit ons geliefde krot dreven met de gulle termijn van één maand om iets nieuws te vinden. Kruimel en ik vonden toevlucht bij de anti-kraak gemeenschap aan de IJssel.
Op deze nieuwe 20 vierkante meter die ik eveneens volstouwde met alle Sovjet-meuk in mijn bezit ben ik gaan bekokstoven welke wending ik nu nodig had in het leven. Zoals je weet ging het met de kunst commercieel gezien niet best. En toen de oorlog begon en iedereen een intense afkeer leek te voelen voor alles wat enigszins verbonden was met Rusland, wist ik dat ik mijn liefhebberijen verbonden aan de USSR voorlopig maar onder stoelen en banken moest steken. En uiteraard zorgde dat ook voor een artistieke en existentiële crisis, omdat dit zo intrinsiek geworden was aan mijn identiteit.
Geldloos zat ik dus te prakkiseren in een tochtige woning terwijl de gasprijzen stegen. Ik moest mijn leven een andere wending geven. Zoals je weet zat ik eerder al aan de PhD te denken, maar daar was ik helaas voor afgewezen. Dus besloot ik maar om de gebruikelijke route te gaan en eerst een master op mijn naam te verdienen. En het enige wat mij de moeite waard leek was weer eens iets verbonden aan Oost-Europa.
Dus heb ik even gewerkt in een kas en in een distributiecentrum, om het nodige geld bij elkaar te sprokkelen om de studie te bekostigen. Uiteraard heb ik het daar niet naar behoren uitgehouden, mijn levenslust werd al snel ingedamd, de artistieke inspiratie was volledig vervlogen en had plaats gemaakt voor vermoeidheid. En daarna was ik zowaar op de bouw, betrokken bij de woningrenovatie van een ongelofelijke kwast. .
Daarna ben ik dus begonnen aan de pre-master, aangezien de kunstacademie duidelijk geen respectabel instituut is dat een basis geeft om de master meteen te doen. En wat leer ik? Tsjah,… geschiedenis, pop-cultuur, filosofie, academische vaardigheden, geopolitiek, internationaal recht. Het is een bonte mengelmoes van dingen die soms tomeloos interessant zijn en andere dingen waar ik flink mee worstel. En dan zijn er de mensen… ik voel me oud, Angelique. Na mijn HBO heb ik 5 jaar een leven geleid, en hier komen de meesten als kersverse studenten groen als gras vanuit hun ouderlijke stulpje. De meest frappante figuren zijn;
-een calvinistische basisschool lerares uit Nunspeet, die daar woont met het gezin met 10 broers en zussen. Aardige meid, al plakt ze overal stickers met vissymbolen op om andere christenen aan te trekken. Maar die zijn er op de uni niet zo veel en dat stelde haar flink teleur.
-een jongen uit een dorp ergens in de buurt van Arnhem, die graag naar keet-feesten gaat om zich klem te zuipen in het bier. Daarnaast gelooft hij in complottheorieën en twijfelt aan wat hij ‘de agenda’ van de universiteit noemt, die heel erg gaat over het niet op de teentjes trappen van mensen die zich eventueel ‘triggered’ kunnen voelen.
-zij die zich constant getriggerd voelen. Deze zijn helaas erg vocaal en veelvuldig en onderbreken elke mogelijke neutrale discussie om aan te geven hoe ze ergens persoonlijk naar kijken en zich er bij voelen vanuit hun minderheidspositie. Het zijn paddenstoelen die zich voedden op het individualisme, denkend dat de informatie die zij geven over hun belevingswereld waardevoller is als wat een professor kan zeggen over geschiedkundige fenomenen of uiteen kan zetten over 19e eeuwse filosofische denkbeelden. Kortom, het remt de productiviteit van elke discussie en is daardoor bijzonder ergerlijk. (Ik zit hier niet om de dieptes van jouw leiden te onderzoeken, Melissa
.)
Ik kwam daar met een onstilbare honger voor kennis en kreeg gerechten voorgeschoteld die zo exotisch waren dat ik lang aan de smaak moest wennen. (Vooral international recht en geopolitiek, waar ik alleen uiteenzettingen over had gehoord van een aangeschoten R.) Maar ik sloeg mij er doorheen, met veel meer moeite dan ik er idealiter in had willen stoppen, maar met mooie resultaten. Ik heb over een paar dagen het laatste examen en dan ben ik weer een vrij mens. Maar goed, ik heb er geen spijt van gehad. Al ga ik volgend jaar wel even wat anders doen alvorens verder te gaan met de master. (Weer een cliffhanger.)
Terug naar de woonsituatie; aldus vertoef ik daar achter de geraniums (letterlijk) op mijn balkon en geniet van een heerlijk pittige academische tekst en koffie met karamelstroop. Af en toe komt het tot spanningen tussen mij en Kruimel, aangezien hij van nature nogal lui is en dat mij soms tegen het haar instrijkt. En natuurlijk omdat hij een intense persoonlijkheid heeft die niet de makkelijkste is. (Over mij zou je het zelfde kunnen zeggen.) Maar goed, ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem weer terug te laten gaan naar het asielzoekerscentrum en meestal liep het tussen ons best aardig. Het leven was zo slecht nog niet. We hadden samen een kat, die ik Ralphje heb genoemd (net als de museumdirecteur). Het is een leuk gestreept zwervertje van het binnenplein, met groene oogjes en een gebrek aan intelligentie die hem nog schattiger maakt.
Maar de roddel ging al even; ons huis wordt binnenkort gesloopt.
Ondertussen was ik al goed bevriend met buurman S. en kende de hele gemeenschap van leuke mensen die stuk voor stuk bijzondere trekjes hadden. En natuurlijk was ik gehecht aan mijn eigen knotsgekke huisdieren Kruimel en Ralph.) Wij bevonden ons in een mooi uitgebalanceerd sociaal ecosysteem. En toen… kwam de brief. We moesten er uit.

Eigenlijk had ik heel erg gehoopt dat Kruimel voordat wij het pand zouden moeten verlaten een sociale huurwoning zou krijgen. Maar goed, dat is nog steeds toekomstmuziek. En ik wist mijn god niet meer waar ik heen moest. Ik had de hele zomer op de bouw gewerkt maar ik had door mijn studie met reistijd geen vrije tijd over om geld te verdienen, dus een kamer huren voor meer dan 400 was moeilijk. Naar mijn ouders was geen optie. Ik was volledig wanhopig. Maar toen kwam Q. met een idee.
Q. had een kameraad in Amsterdam, waar hij eerder in had gewoond toen hij daar werkte. (Daarna woonde hij met zijn broertje in Almeloooo, in Twente. Een dorp met een slechte reputatie, en welverdiend. A la.) Nou ja, A. dus, zijn kameraad, was bereid om zijn huurwoning op steenworp afstand van het Vondelpark te delen. En Q. had daar eerder gewoond en zei dat het wel snor zat. Ralphje mocht ook mee. Aldus ben ik, bij gebrek aan betere opties en redelijk optimistisch, naar Amsterdam vertrokken om van de 5 vierkante meter die mij daar geboden werd een thuis te maken. Maar alles liep een beetje anders.
A. is analfabeet en zijn Nederlands was… er was amper Nederlands. Hij gebruikte alleen de tegenwoordige tijd en zette voor bijna elk woord ‘ga’. Wanneer Q. erbij was konden we elkaar enigszins begrijpen, maar wanneer we alleen waren was het moeizaam. Het bleek echter dat A. met z’n allen in een bepaalde harmonie wilde samenleven, als een soort van familie. Dat wil zeggen; samen eten, elke avond met elkaar in de woonkamer zitten, etc. Kortom, als ik wilde studeren en ik snel een boterham voor mijzelf in de keuken maakte om daarna in mijn kamer te verdwijnen, dan groeide er een zaadje van ongenoegen. Want dat was egoïstisch gedrag, eten doe je samen en koken doe je voor iedereen. In de woonkamer zitten was echt absoluut vermoeiend. Hij keek de hele dag Syrische soap-series uit de jaren 80. Nog nooit heb ik in films zulke slechte nep-snorren gezien. Daarnaast was er de luide arabische volksmuziek die ik enkel kan omschrijven als gejengel. En dan was er nog het feit dat hij rookte als een ketter en de hele tijd met mij wilde delen waar hij op tiktok naar keek. Kortom, het werd steeds moeilijker om mij daar enigszins thuis te voelen. Of om mij in het algemeen enigszins oké te voelen.
Op een dag was ik buiten de was van het lijntje aan het halen. Mijn was hing daar naast die van A. Ik vouwde netjes mijn dingen op en borg het op in de kast, waarna ik in mijn kamer ging zitten lezen. Vijf minuten later komt A. aanstampen. “Ik boos.” Ik vroeg hem op wie en waarom en toen kwam het… “Jij egoïst. Jij ga was opruimen, jij ga alleen opruimen jouw was. Waarom ga jij niet in kast leggen mijn was? Jij niet goed.”
Ik stond er behoorlijk pal van dat hij serieus boos was dat ik zijn onderbroeken niet netjes had opgevouwen en opgeruimd en had überhaupt geen weerwoord. Daarna heeft hij mij twee dagen op zo een nare manier genegeerd, inclusief boos kijken en stampen langs mijn kamer, dat ik helemaal niet meer thuis wilde zijn. Ik ging vaak op lange wandelingen of zat tot sluitingstijd in de bibliotheek. Dus ja, niets wordt uitgesproken en de ergernis groeit met elk kopje koffie dat A. wil drinken maar Tamara niet uit voorzorg gemaakt heeft. Daarnaast kwamen de opmerkingen in de trant van ‘waarom kan je niet koken, je bent toch een vrouw?’ en ‘je zou knapper zijn met lang haar’ of ‘vrouwen zijn alleen maar mooi als ze rondingen hebben. Je zou tien kilo aan moeten komen.’. Op een gegeven moment begon ik bij mijn ex-man te logeren, nadat ik hem alles verteld had in een hysterische uitbarsting die volgde op de onschuldige vraag “hoe gaat het?”
Ik moest en zou daar zo snel mogelijk weg.
Gelukkig had ik via een woekermakelaar een afzichtelijke kamer gevonden in Zwolle, die ik in mei zou mogen betrekken. (Na ze te hebben overladen met mailtjes reagerend op elke mogelijke ruimte met uitzondering van garages zonder stromend water.) Ik heb A op het laatste moment in kennis gesteld, op een manier die zijn gevoelens niet zou kwetsen en die past bij zijn belevingswereld. Aldus; ik heb werk in Zwolle en wil dichter bij mijn dierbare ouders wonen die ik zo hartstochtelijk mis. Enkele dagen later zat het hem toch niet lekker en toen ik in een haastige bui niet lang genoeg het fatsoenlijke praatje met hem maakte bij binnenkomst, werd hij zo boos dat hij Q. er op uit stuurde om de huissleutel van mij af te nemen. Daarna ben ik er nog een keertje geweest met Vera en haar busje, om mijn spullen op te halen. Hij negeerde ons volledig, als een klein kind die beledigd is. Gelukkig heb ik daar nu niets meer te zoeken en heeft Q. een vriendin waar hij nu praktisch bij inwoont. De saga is voorbij.
Aldus heb ik zo een twee tot drie ongelukkige maanden in Amsterdam doorgebracht, die een flinke tik hebben gegeven aan mijn mentale gezondheid. Het feit dat ik nergens anders had om naartoe te gaan, in combinatie met de wispelturigheid van een huisgenoot die je er zo eens uit zou kunnen zetten als je te eerlijk bent over hoe je je voelt, brachten mij in uiterste staten van wanhoop die mij vaker tot diep in de nacht over straat lieten lopen. Uiteraard heb ik Ralph er ook over geschreven en om hulp gevraagd, maar die is daar niet op in gegaan.
Over Ralph gesproken…
Vorig jaar werd ik door Vera geattendeerd op een open call voor een kunstenaarstraject in Zwolle. Ze zochten makers die de regio op de kaart zou zetten; het liefst lokaal maar niet duf. En natuurlijk, zoals in de meeste ontwikkelingstrajecten, moest je een idee pitchen wat je nog niet had uitgevoerd. Iets multi-disciplinairs wat zou breken met je eigen routine. Geen collages dus.
Het enige lokale verhaal wat ik uit zou kunnen lichten was het verhaal van de eenzijdige penvriendschap met Ralph, de befaamde museumdirecteur die ik op dat moment al 13 brieven en twee kerstkaarten had gestuurd zonder antwoord te krijgen. Dus besloot ik dat dit de spil van een nieuw project zou kunnen worden, waarbij de brieven de basis zouden vormen voor een kunstwerk. Aldus schreef ik een brief aan Ralph over een eventuele podcast of documentaire over onze penvriendschap, las deze voor op de pitch en won een plekje in het traject. Joehoeeee!
Ik ga mij hier in het tussenjaar volledig aan overgeven. Er zijn al verschillende plannen. Zo ga ik een correspondentiekantoor opzetten, waar mensen mij brieven kunnen laten schrijven aan hun persoonlijke helde. En komt er de pseudo-documentaire ‘Beste Ralph,’ waarin ik de inhoud van de brieven ga ensceneren. En daarnaast doel ik natuurlijk ook op een expositie om mij als maker in Zwolle toegang te geven tot dezelfde sfeer der gevestigden en ambitieuzen als Ralph zelf, zodat we eindelijk als twee kameraden een taartje kunnen eten bij het café naast het museum. Ik geloof namelijk nog steeds dat de wederzijdse vriendschap onvermijdelijk is (we zijn immers heel erg eender).
Nou ja, dat is dus waar ik nu aan kan beginnen te werken. Het laatste examen heb ik vandaag afgeschreven. (een fantasievol verslag over het bedenksel ‘de natie-staat’ en de implicaties van ethnonationalisme in voormalig Joegoslavië.)
Anyways, nu dat ik weer tijd heb voor dingen en zo, lijkt het me hartstikke leuk om je weer eens te zien. Laat mij weten waar en wanneer. Op een zondag? Spion Stoffers staat tot uw beschikking.
Liefs,
T



Comments